Toepassen van immobilisaat kan waarde vastgoed beïnvloeden

14-02-2023 | Actueel

Mag een opdrachtgever cementgebonden fundatie (CGF) weigeren vanwege het achterblijven van verontreinigde grond?

(Deze aflevering van de rubriek De Arbiter verscheen in februari 2023 op Cobouw.nl)

In hoger beroepszaken kan een oordeel soms heel anders uitpakken dan het oordeel in eerste aanleg. Bij het hier besproken hoger beroep bij de Raad van Arbitrage in bouwgeschillen (RvA) is dat zeker het geval.

Cementgebonden fundatie
Het hoger beroep is ingesteld tegen het oordeel in een spoedgeschil dat in deze rubriek al eerder aan de orde kwam (in december 2021). Waar ging dat om?

Bij het gereedmaken van een weiland voor de bouw van een distributiecentrum moet de ondergrond verstevigd worden. De aannemer laat weten te kiezen voor cementgebonden fundatie (CGF), met verontreinigde grond als immobilisaat. De opdrachtgever wil dat niet omdat de verontreiniging zou afdoen aan de waarde van het vastgoed. Hij heeft liever het duurdere menggranulaat.

Een geaccepteerde bouwstof…
Als de aannemer toch alvast met CGF begint, belanden ze met spoed bij de RvA. Daar oordelen de arbiters in eerste instantie dat de opdrachtgever de CGF best mag weigeren. Maar ze vinden wel dat hij dat onvoldoende gemotiveerd heeft.

Dat de verontreinigde grond in het immobilisaat een negatief effect zou hebben op de waarde van het vastgoed is niet aangetoond. Aangezien immobilisaat een geaccepteerde bouwstof is, die voldoet aan gestelde veiligheidseisen, zijn de meerkosten voor toepassing van het gewenste menggranulaat voor de opdrachtgever. Die moet de aannemer een kleine vijf ton vergoeden.

…waaraan in hoger beroep…
Vervolgens stellen beide partijen hoger beroep in. Daarin staan de feiten zoals die in eerste aanleg zijn vastgesteld niet ter discussie.

Verder lenen de bezwaren die de partijen inbrengen tegen het eerste vonnis (de zogenoemde ‘grieven’) zich voor een gezamenlijke behandeling. Daarin blijkt echter dat de appelarbiters de onderbouwing van de weigering door de opdrachtgever heel anders beoordelen dan de arbiters in eerste instantie.

…toch een luchtje zit?
CGF (met immobilisaat) mag dan als bouwstof voldoen aan wet- en regelgeving, schrijven ze in het vonnis, maar het materiaal bestaat onder andere uit (gebonden) verontreinigde stoffen, die wanneer de CGF-laag beschadigd wordt, mogelijk toch in de bodem terechtkomen. De opdrachtgever stelt dat er door de laag waarin CGF zou zijn toegepast 16.000 heipalen zijn geslagen.

Die stelling is onvoldoende betwist. Door verpulvering van de CGF-laag op die punten had het materiaal in de bodem en zelfs in het grondwater terecht kunnen komen. Het motief van de opdrachtgever om CGF te weigeren, is dus niet zuiver speculatief of onredelijk, zoals de aannemer stelt. Een uit verontreinigd materiaal opgebouwde laag die in het terrein achterblijft, heeft direct effect op de waarde van het vastgoed.

Aannemer delft het onderspit
Nu blijkt dat de opdrachtgever zijn weigering om CGF toe te passen wel degelijk voldoende heeft onderbouwd, wordt het eerdere vonnis op dat punt herroepen. De kosten voor het aanbrengen van menggranulaat hadden niet voor zijn rekening moeten komen.

Een andere vorm van grondverbetering – in dit geval menggranulaat in plaats van CGF – is gezien de aannemingsovereenkomst geen meerwerk. De aannemer moet niet alleen de ontvangen vergoeding terugbetalen, maar wordt ook veroordeeld tot het dragen van álle kosten voor zowel de procedure in eerste aanleg als die van het hoger beroep.

Meer over dit vonnis is te vinden op www.raadvanarbitrage.info, onder nummer 72.273.

Ton Hesp

Overig nieuws