Beschoeiing vervult grond- en waterkerende functie niet als gevolg van onvolledig ontwerp

17-07-2024 | Actueel

Beschoeiing vervult grond- en waterkerende functie niet als gevolg van onvolledig ontwerp

het werk
De aannemer heeft een project gerealiseerd van acht woningen op een door de gemeente gecreëerd kunstmatig eiland. Met de bewoners zijn koop-/aannemingsovereenkomsten gesloten met toepassing van de Woningborg Garantie- en Waarborgregeling. Onderdeel van het aan de aannemer opgedragen werk betrof de realisatie van de beschoeiing. Die beschoeiing is gerealiseerd overeenkomstig een door de gemeente aan de aannemer verstrekte schets.

de klachten
Binnen een jaar na de oplevering van de woningen is door de bewoners herhaaldelijk geklaagd over het feit dat de grond aan de kant van het water afkalfde en dat als gevolg van gronduitspoelingen aan de onderzijde van de beschoeiing tevens zinkgaten in de tuin ontstonden. De door de aannemer uitgevoerde herstelwerkzaamheden hebben niet tot een oplossing van de klachten geleid.

de procedure bij de RvA (woningborg-geschil)
Bewoners hebben daarop een woningborggeschil bij de Raad van Arbitrage in bouwgeschillen (RvA) aanhangig gemaakt.

De bewoners eisen dat de aannemer alsnog een deugdelijke beschoeiing realiseert, dat wil zeggen een beschoeiing die haar grond- en waterkerende functie vervult.

De arbiter heeft tijdens de zitting - die zoals gebruikelijk in de directe nabijheid van de bouwlocatie heeft plaatsgevonden - in het bijzijn van de secretaris en de partijen de beschoeiingen bekeken.

de uitspraak
Een maand na de zitting (en bezichtiging) heeft arbiter vonnis gewezen. Daarin is geoordeeld dat de schets die de aannemer als ontwerp van de beschoeiing hanteerde onvolledig was. Het ondeugdelijk ontwerp komt naar het oordeel van arbiter voor rekening en risico van de aannemer.

De aannemer wordt veroordeeld tot goed en deugdelijk herstel van de beschoeiing. De arbiter geeft de aannemer vier maanden de tijd om de beschoeiing te herstellen. Ook wordt de aannemer  een dwangsom opgelegd. Het gevorderde herstel van ‘alle gevolgschade’ wordt afgewezen, omdat een voldoende concrete onderbouwing van die vordering ontbreekt.

Omdat de aannemer voor 100 procent in het ongelijk wordt gesteld, moet hij alle proceskosten betalen. De bewoners krijgen hun aanvraagkosten (445 euro per woning) van de RvA terug.

(Meer over deze uitspraak is te vinden op www.raadvanarbitrage.info, onder nummers 82339, 82340, 82341, 82343, 82344, 82345, 82349 en 82351)

Overig nieuws