18-11-2024 | Actueel
De aannemer in het geschil bij de RvA in een procedure in hoger beroep (nummer 89101, vonnis van 6 september 2024) heeft in artikel 5 van de aannemingsovereenkomst de start van de overeengekomen bouwtijd van ‘aanvang van de bouw van het gebouw’ (volgens het Woningborgmodel) ten nadele van verkrijger gewijzigd in ‘gereedkoming van de beganegrondvloer van het gebouw’. De contractuele korting wegens bouwtijdoverschrijding is hierdoor aanzienlijk worden beperkt.
Een aannemer mag niet ongestraft afwijken van de Woningborg modelovereenkomst. In artikel 11 is dat als volgt bepaald: “Afwijkingen van het in het hoofd van deze akte genoemde model van de aannemingsovereenkomst en van de daarin van toepassing verklaarde Algemene Voorwaarden, die ten nadele van de Verkrijger zijn, zijn nietig behoudens voorafgaande uitdrukkelijke toestemming verleend door Woningborg. Bij het ontbreken van deze toestemming geldt de oorspronkelijke in het model opgenomen bepaling.”
Appelarbiters volgen aanneemster niet in haar stelling dat de ‘nietigheid’ is voorbehouden aan de in de wet expliciet aangewezen gevallen, dat Woningborg als een derde partij niet privaatrechtelijk nietigheid van een rechtshandeling tussen verkrijger en onderneemster kan opleggen en dat ook partijen zelf niet contractueel nietigheid kunnen overeenkomen.
Naar het oordeel van appelarbiters kan, gezien de Haviltex-norm, de vraag hoe artikel 11 moet worden uitgelegd niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van het woord ‘nietig’. Zij zijn van oordeel dat partijen, mede gelet op de verdere strekking van artikel 11, redelijkerwijs de bedoeling en strekking van het woord ‘nietig’ mochten (verkrijger), respectievelijk moesten (aanneemster), begrijpen als ‘zonder rechtsgevolg’. Partijen hebben door middel van artikel 11 duidelijk willen voorkomen dat sprake zou zijn van (niet door Woningborg goedgekeurde) voor verkrijger nadelige afwijkingen van de modelaannemingsovereenkomst en in voorkomend geval aan de bepalingen van de modelovereenkomst voorrang willen geven.
Het criterium voor een toelaatbare afwijking van de modelaannemingsovereenkomst is een voorafgaande uitdrukkelijke toestemming van Woningborg . Deze bepaling heeft een duidelijk consument-beschermend karakter en moet daarom stringent worden toegepast. Appelarbiters stellen met inachtneming hiervan vast dat aanneemster hieraan niet heeft voldaan.
De aanspraak van verkrijger op korting op basis van de start van de bouwtijd van ‘aanvang van de bouw van het gebouw’ blijft in stand.
De uitspraak is te vinden op de website van de RvA.